Het was een mooi kampioenschapsjaar en al vroeg in de competitie werd duidelijk dat we wederom tot de favorieten behoorden om kampioen te worden. Tot nu toe slechts 2 keer een gelijkspel en de rest gewonnen, het kon ons gewoon niet meer ontgaan. Ik durfde het aan om vast voor de bloemen te zorgen……
Zoals Ruben al zei: na 3 keer 3e, 8 keer 2e werd het tijd voor een kampioenschap!
De vorige wedstrijd tegen Almere 2 eindigende in een 4-0 overwining voor ons.
De kampioenshonger zat er goed in en de meesten van ons waren al ruim een half uur van tevoren aanwezig in de mooie sporthal van Almere.
Omdat ik al alle wedstrijden had gespeeld mochten de andere spelers dit keer met de eer strijken.
Ruben met zwart op bord 4 had al snel het initatief. Hij kwam goed uit de opening. Ondanks dat er betere zetten waren won hij de kwaliteit. Ruben ontwikkelde zich goed, had alle stukken ontwikkeld, zijn tegenstander had hierop geen goed antwoord. Na diverse afwikkelingen kwam hij tot een eindspel waarin zoveel aanvallen waren dat zijn tegenstander wel moest bezwijken. 0-1 voor OT3.
Frank met wit op bord 3, kon zijn favoriete opening uitvoeren, het “Morra-gambiet”. Ikzelf ken deze opening wat minder en dacht dat Frank niet lekker uit de opening kwam. Het tegendeel bleek waar te zijn. Ondanks dat er ook hier misschien betere zetten waren had Frank veel initatief. Egbert, Franks tegenstander die op 4 schaakclubs zit, o.a. bij Oosten-Toren, had het zwaar. Egbert zat de hele partij nee te knikken, blijkbaar een vorm van uiting dat hij moeilijk stond. Frank won in het middenspel een Loper en zat daarna op een fluwelen zetel. Frank had zoveel keuzes dat het nog moeilijk was welke keuze hij ging maken. Op het laatst moest Egbert wel opgeven omdat er geen houden meer aan was. Een letterlijk “fluitje van een cent”
Peter met zwart op bord 2 had een lastige tegenstander. Peter, die net als in de vorige partij probeerde aan te vallen met een open A en H lijn zonder gebruik te maken van de rokade. Het bleef erg lang gelijk, Beide spelers kwamen er niet doorheen. De loper van zijn tegenstander wist alle mooie velden af te houden. Op het laatst toch een doorbraak! Zijn tegenstander maakte een klein foutje wat een pion kostte. Hij dacht deze terug te winnen maar dat was bedrog. In plaats van een tegenaanval te plaatsen ging hij verdedigen. Aanvallen in zo'n situatie is toch de beste verdediging. Peter kon handig met zijn Koning binnenkomen en zijn pionnen opeten. Ondanks moedig verzet was er geen houden aan. 0-3.
Marcel met wit op bord 1 had al snel in de opening een pion voorsprong. Hij kon dit redelijk consolideren. Ondanks verwoede pogingen van zijn tegenstander lukte het Marcel zelfs een 2e pion te winnen. Tegen het eindspel aan had Marcel de keuze tussen Dameruil of proberen om nog meer materiaal te winnen en volgens oud-Oosten-Toren schaker Stanley zelfs mat te zetten. Het risico was wel dat zijn tegenstanders Dame nog eens voor verrassingen kon gaan zorgen. Marcel koos voor Dameruil. Het leek mij verstandig. Twee pionnen voor in een eindspel met ieder nog een stuk moest toch voldoende zijn. Zijn tegenstander koos ervoor om een paard tegen twee gevaarlijke pionnen te ruilen. In de hoop dat het nog remise zou gaan worden door met zijn Koning Marcels opmars te stuiten. De overgebleven loper van Marcel kon zodanige tempozetten afdwingen dat Marcel zijn randpion wist op te eten. Hierna gaf zijn tegenstander op. 0-4.
Uiteraard volgde hierna de kampioensbloemen en een klein feestelijk onderonsje in de gezellige bar.
Bert Kaizer